Wat is sociale media?
Sociale media of sociale media is een verzamelbegrip voor internet-toepassingen (platformen) waar de gebruikers informatie met elkaar delen. Meestal zonder tussenkomst van een professionele redactie.
Het gaat dan niet alleen om informatie, maar ook geluid (podcasts en muziek) en beeldmateriaal (plaatjes, foto’s en video’s) worden gedeeld via Social Media.
De kern van Sociale Media is delen en daarna ontvangen. Deze media stellen
Voorbeelden van sociale media platforms
De bekendste voorbeelden van grote internationale sociale Media platforms (websites) zijn: LinkedIn, Facebook, YouTube, Wikipedia, twitter en Google. In Nederland kenden we natuurlijk Hyves. Het zijn allemaal websites die nog niet zo lang bestaan en waarvan Google de oudste is. Twitter is bijvoorbeeld pas in 2006 opgericht.
Hoe Sociale Media “werken”
Bij Sociale Media speelt de website bezoeker een belangrijke rol. De bezoeker zorgt voor een groot deel voor de inhoud van een website. Bij YouTube zijn dat filmpjes, bij op linkedIn zijn dat profielen, en op Twitter de ‘Tweets’.
Het sociale deel van sociale media zit hem vooral in de niet actieve eigenschappen die sociale Media hebben. De hoofdzaak van sociale Media is dat je er informatie deelt over jezelf, over anderen of over een bepaald onderwerp. Op sociale Media Platforms komen groepen mensen samen die op zoek zijn naar de informatie die daar door anderen gedeeld wordt.
Naarmate we andere personen beter leren kennen neemt ook het vertrouwen verder toe, dat geldt zowel in de ‘echte wereld’ als in de virtuele. En dat heeft tot gevolg dat we aan de mening van iemand uit ons sociale netwerk een grotere waarde hechten dan aan die van een wildvreemde.
Sociaal wezen
De mens is een sociaal wezen wat zoveel betekent dat mensen niet zonder andere mensen kunnen. We hebben elkaar nodig. Dat verklaart dat Social Media sites zo populair zijn. We gaan er op zoek naar andere mensen die gemeenschappelijke dingen hebben: dezelfde hobby, dezelfde baan, dezelfde eigenschappen etc.
Wat zijn de positieve effecten van sociale media?
Kennis en vermaak
Kinderen zijn van jongs af aan al grote liefhebbers van allerlei media. Dat is niet voor niets. Kinderen zijn de hele tijd bezig zich te ontwikkelen en de media helpt hen daarbij. Vooral bij jonge kinderen kun je goed zien hoe zij de media gebruiken. Van televisieprogramma’s zoals Dora, Sesamstraat of het Zandkasteel leren ze begrippen, letters en cijfers. Bij oudere kinderen en pubers is het ‘leren’ van de media minder makkelijk te zien, maar ook zij ontwikkelen van televisieprogramma’s. Dramaseries en soaps geven bijvoorbeeld beeld van hoe mensen met elkaar omgaan, alcoholgebruik en hoe mensen relaties aangaan. Kinderen zoeken vaak de media op die het beste bij hun ontwikkelingsfase past.
Voordeel van interactieve media (tv, telefoons etc.)
Interactieve, digitale media laten de dingen niet alleen horen en zien, maar geven kinderen ook de kans om de informatie die zij meekrijgen te verwerken in hun eigen tempo.
De sociale media sluit ook aan op de ontwikkelingsbehoeften van ouderen kinderen. Rond een jaar of tien worden vrienden en vriendinnen belangrijker. Kinderen van die leeftijd gebruiken media vooral om met elkaar te communiceren. Vroeger deden kinderen dat vooral met de vaste telefoon, tegenwoordig houden ze contact met elkaar via WhatsApp, Facebook, Instagram en andere sociale media.
Kansen voor kinderen met een beperking
Omdat kinderen met een beperking ook anders ontwikkelen, heeft de media ook andere effecten op het kind.
• Technologie en sociale media bieden mogelijkheden om zelfstandig activiteiten te ondernemen waar eerst hulp van een ander bij nodig was.
• Aangepaste technologie kan een kind met een beperking constante begeleiding geven. Ook kan het geduld van digitale materialen niet opraken. Wat de concentratie van het kind vergroot.
• Media materialen zijn per kind af te stemmen op zijn of haar eigen vaardigheden.
• kinderen met een beperking kunnen ook gebruik maken van media materialen. En kunnen zo ook beter deel uitmaken van de digitale samenleving.
Wat zijn de negatieve effecten van sociale media?
Te veel tijd besteden aan media
Te veel gebruik van sociale media kan samen gaan met minder socialen contacten, een slechtere taalontwikkeling, minder fantasieontwikkeling, lagere schoolprestaties, slechtere leesprestaties, gewichtstoename of zelfs stoornissen als ADHD. Daar zijn twee redenen voor:
• Mediatijd kan tijd in beslag nemen van belangrijke ontwikkelingen van kinderen. Te weinig oefenen met bijvoorbeeld lezen of fantaseren is niet goed voor het begrijpend lezen of voor de creativiteit.
• Media kan voor veel afleiden zorgen bijvoorbeeld bij het huiswerk maken.
Veel mediagebruik kan ook een symptoom zijn van een verslechterde ontwikkeling. Het is mogelijk dat kinderen die minder goed bepaalde dingen kunnen ontwikkelen of die aanleg hebben voor bepaalde aandoeningen, als compensatie lang televisiekijken, gamen of internetten. Omdat ouders vaak niet letten op het mediagebruik van hun kind, komen deze problemen vaak voor. Daarom is het belangrijk dat ouders gaan letten op de tijdbesteding van hun kind.
Risico's van schadelijke media-inhouden
In de media en zeker op internet, kunnen kinderen als ze er te jong voor zijn allerlei zaken tegenkomen die niet goed zijn voor hun ontwikkeling. Ongeschikte media kunnen invloed hebben op de emoties, de houding en het gedrag van kinderen of jongeren.
Als kinderen beelden zien met onderwerpen waar ze in hun ontwikkeling nog niet aan toe zijn, kan dat te veel emoties losmaken. Angstreacties bij geweldsbeelden in films of het nieuws komen bijvoorbeeld regelmatig voor bij kinderen of jongeren.
Kinderen kunnen een bepaald gedrag van rolmodellen in de media kopiëren, of de mediabeelden als inspiratie gebruiken om gevaarlijke dingen te doen. Door geweld in televisieprogramma’s, films en games kan er voor zorgen dat kinderen zelf vervelender of gewelddadiger gedrag gaan vertonen. Ook Reclames voor ongezonde producten kunnen problemen veroorzaken. Die kunnen het eetpatroon van kinderen en jongeren beïnvloeden. Ze gaan sneller ongezonde producten kopen.
Media kunnen de ideeën en opvattingen van kinderen of jongeren sturen, als ze daar gevoelig voor zijn. Veel games, films en series geven een onrealistisch beeld: problemen worden vaak door een held of heldin alleen opgelost, vrouwen zien er ook altijd mooi en aantrekkelijk uit en de risico's van alcohol- en drugsgebruik komen bijna nooit in beeld. Kinderen die steeds weer zulke vertekende mediabeelden zien, kunnen gaan denken dat de werkelijkheid net zo is.
Met de komst van interactieve media zijn er tegenwoordig ook contact-risico’s voor kinderen, zoals:
• Pedofielen kunnen zo anoniem met kinderen in contact komen.
• Slachtoffer zijn van online pestgedrag, vaak door kinderen die ze al kennen. Ongeveer 4 tot 27 procent van de kinderen heeft daar mee te maken.
• De verleiding om online te shoppen. Kinderen kunnen onbedoelde aankopen doen. Ook is het mogelijk dat je product niet krijgt, terwijl je er al voor betaald hebt.
• Straling van mobiele telefoon. Hoewel het risico op korte termijn, volgens de Nederlandse Gezondheidsraad (2013) klein is.
Niet alle kinderen lopen even veel risico
Media- effecten treden niet altijd en niet bij alle kinderen of jongeren op. In het algemeen zijn de risico's groter bij:
• Jongere kinderen
• Kinderen die zich sterk vergelijken met beelden in de media
• Kinderen die het in vergelijking met hun klasgenoten wat minder goed op school doen
• Kinderen die zich minder goed in anderen kunnen inleven
• Kinderen die zich meer door hun vrienden laten beïnvloeden
• Kinderen uit gezinnen waar de ouders minder aan mediaopvoeding doen.
In het algemeen hebben meisjes en kinderen van het VMBO vaker te maken met online risico’s dan jongens en kinderen die hoger onderwijs volgen. Verder lopen vooral kinderen die vaak op internet actief zijn, maar daar tegelijk nog weinig ervaring mee hebben, meer kans op online risico’s.
Als verschillende risicofactoren tegelijkertijd aanwezig zijn, hebben de media een grotere kans om kinderen negatief te beïnvloeden.
Welke invloed heeft sociale media op de hersenen?
Concentratie
Tijdens het surfen op internet zijn de hersenen bezig met het scannen van veel informatie. Ook zijn de hersenen steeds op zoek naar veel en snelle afleiding. Dit kan er voor zorgen dat de hersenen zich zo blijven gedragen als we niet achter de computer zitten. Daardoor kunnen we ons slechter concentreren op taken die ook gedaan moeten worden, zoals het lezen van een boek of huiswerk maken. Het is niet zeker of deze verandering van het concentratievermogen echt een verandering in de hersenen is of dat er sprake is van een gewoonte of verslaving.
Multitasken en productiviteit
Multitasken is veel dingen tegelijk doen en veel switchen tussen verschillende taken. Dit vele switchen tussen taken is niet goed voor de hersenen want die kunnen niet multitasken. Elke keer dat je switched van taak, kost het tijd om de draad weer op te pakken van de taak waar je eerst mee bezig was. Afhankelijk van de taak kan het wel vijftien tot vijfentwintig minuten duren voor je de volle concentratie weer te pakken hebt. Grote kans dat je in die tijd alweer andere dingen aan het doen bent, zoals een appje of een mailtje aan versturen. Dit zorgt ervoor een slechtere productiviteit: door dit schakelen tussen taken daalt je productiviteit met 40% en kan het wel twee keer zo lang duren om hetzelfde werk te doen. Het zorgt ook voor het maken van meer fouten, verminderde kwaliteit van het werk en voor stress.
Geheugen
Mogelijk heeft internet invloed op ons geheugen. Alle informatie die we normaal zouden willen onthouden, is online te vinden. Hele encyclopedieën en boeken staan online, met informatie over alles. Dit kan er voor zorgen dat we geneigd zijn minder informatie echt te onthouden, als we weten dat we alles toch weer op internet terug kunnen vinden. Waar onze hersenen vroeger waren ingesteld op het onthouden van veel informatie, zijn ze nu ingesteld op het snel vinden, selecteren en verwerken van informatie.
Het lezen van een online tekst is wel lastiger en de informatie is minder goed te onthouden dan bij het lezen van een tekst op papier. Uit onderzoek blijkt dat lezers die een internettekst lazen ten opzichte van lezers die een tekst op papier lazen veel lager scoorden bij het beantwoorden van vragen over de tekst. Ze herinnerden zich de inhoud minder goed. Dit komt mogelijk ook door het multitasken, dit zorgt er voor dat het verplaatsen van informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen wordt onderbroken, wat betekent dat de informatie die we lezen niet wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen. Bij het lezen van een tekst op papier is van multitasken niet of minder sprake en wordt dit proces niet onderbroken.
Intelligentie
Tijdens het proces waarbij informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen wordt verplaatst, groeit het aantal synapsen, een speciaal gebied in de hersenen waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere. Dit zorgt voor een grotere intelligentie. Door te multitasken wordt dit proces onderbroken. De paar minuten waarin je hersenen even niet hoeven na te denken en ontspannen, wordt gebruikt om informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen te verplaatsen. Het onderbreken van dit proces door te multitasken, kan er daarom voor zorgen dat onze intelligentie niet groter word. Als het werk waar je mee bezig bent onderbroken wordt door mailtjes, telefoontjes en berichtjes kan dit er voor zorgen dat je IQ met 10 punten daalt. Maar het is niet zeker of internet ons minder intelligent maakt mogelijk maakt het ons zelfs slimmer. Het hangt er van af hoe je intelligentie omschrijft. Als intelligentie te maken heeft met snel zijn en kunnen multitasken, worden we wel slimmer door gamen en door te surfen op het internet.
Neuroplasticiteit
Neuroplasticiteit betekent dat de hersenen veranderlijk zijn. De hersenen kunnen tijdens ons hele leven veranderen. Nieuwe zenuwcellen en synapsen kunnen ontstaan door het trainen van je hersenen. Gedrag dat we veel uitvoeren oftewel, training heeft invloed op de ontwikkeling en het veranderen van de hersenen. Als we stoppen met dit gedrag uitvoeren zal deze verandering ook weer verdwijnen uit de hersenen. Als je dus stopt met surfen op het internet, zullen de negatieve én positieve veranderingen die ontstaan zijn, ook verdwijnen uit je hersenen.
Nieuwe mediagenres
Er zijn verschillende soorten media. In de sociale media zijn verschillende groepen opgericht, hier zijn er een paar als voorbeeld:
Sociale netwerken
Sociale netwerken zijn er vooral om profielen op te richten. Zo hadden we een aantal jaren terug Hyves. Nu is er Facebook, maar Facebook wordt steeds minder populair voor jongere mensen, omdat er zich ook veel volwassenen op bevinden. Dit maakt het niet heel aantrekkelijk voor de jongere doelgroep. Instagram is ook erg populair, op dit platform bevinden zich nog niet teveel ouderen. Dit maakt het voor de jongeren meer aantrekkelijk. Voorbeelden van enkele sociale netwerken zijn:
o Facebook;
o LinkedIn;
o Instagram.
Weblogs
Het doel van blogs is dat er dagelijks verhalen op geschreven worden. Door blogs kan je zien wat mensen doen in hun dagelijks leven. Vaak zonder filmpjes erbij, met af en toe een foto. Bij blogs gaat het vooral om de tekst die erbij geschreven staat. Een voorbeeld van een blogsite is:
o Tumbler.
Photo-sharing
Bij dit soort media, deel je foto’s zoals de naam al zegt. Op Instagram zet je een foto met een tekst erbij. Het gaat hier niet/nauwelijks om de tekst, maar vooral om de foto zelf. Je deelt je foto op dit moment met al je vrienden. Enkele voorbeelden van photo-sharing sites zijn:
o Instagram;
o Flickr;
o Pinterest.
Video-sharing
Bij dit soort media deel je video’s of worden er video’s met je gedeeld. Bij YouTube kan je zelf filmpjes op je eigen kanaal posten, maar je kan ook naar video’s van anderen kijken. Er zijn veel bekende YouTubers, die soms dagelijks video’s posten met miljoenen abonnees. Sommige mensen vinden het dus erg interessant om naar zo’n filmpjes te kijken. Het bekendste video-sharing platform is:
o YouTube.
Wiki’s
Op dit soort media wordt vooral informatie geplaatst. Iedereen kan zijn/haar kennis toevoegen aan deze site. Het wordt dagelijks erg vaak gebruikt. Het bekendste wiki-platform is:
o Wikipedia.
Private messasing
Bij private messaging kan je één op één praten met je vrienden en/of kennissen. Daarnaast kun je ook groepen aanmaken om met meerdere personen tegelijkertijd te communiceren.
o WhatsApp;
o Skype;
o Snapchat.
Verandering van de taal door sociale media
Het is erg moeilijk om onderzoek te doen naar de taalverandering door sociale media. Er zijn dus ook niet heel veel onderzoeken naar social media gekomen. Een hoogleraar heeft drie maal een onderzoek gestart naar de verandering van het taalgebruik door social media, maar zij moest haar onderzoek elke keer herzien, omdat mensen toch steeds hun internetgebruik aanpassen (denk aan nieuwe apps et cetera).
Toch hebben we wat verder onderzoek gedaan naar of we toch niet meer informatie konden vinden. Dit was met succes. Een ander onderzoek wees uit dat er weinig spraken was van taalverandering door social media. Je praat met elkaar, net als hoe je ook in het echt met elkaar praat. Er hebben geen grote veranderingen in woorden plaatsgevonden. Wel is er natuurlijk sprake van verandering als het gaat over het typen van woorden. De laatste letters worden vaak weggelaten in een gesprek via social media (denk aan ‘nie’, ‘wa’, et cetera). Dit heeft verder geen gevolgen voor de spreektaal. Ook verschilt het per social media platform wat voor taal er gebruikt wordt. Op Twitter bijvoorbeeld heb je maar een bepaald aantal lettertekens, dit betekent dat je dus rekening moet houden met de lengte van je woorden. Wij hebben onderzocht of de taal aanpassing per platform verschilt.
Verschillende soorten social media en de invloed van de verandering van de taal daarop:
Twitter
Zoals er net al verteld is, kun je op twitter maar een bepaald aantal lettertekens gebruiken. Onze vraag was of er een duidelijk verschil is te zien, van afkortingen van woorden. Dat zou best logisch zijn, aangezien er een maximum aan zit. Toch werden wij verrast. Uit een onderzoek is gebleken dat er niet heel veel afkortingen en verschillende taalgebruiken op Twitter gebruikt worden. Dit is best logisch als je er verder over nadenkt. Je tweets worden niet alleen voor vrienden zichtbaar gemaakt, naar wie je hoogstwaarschijnlijk wel met afkortingen en niet in al te net Nederlands praat, maar ook voor andere volgers, vage kennissen, of mensen die je misschien wel helemaal niet kent (denk aan bekende personen). Hierdoor let je onbewust meer op de worden die je op het internet plaatst, simpelweg omdat iedereen het anders dus ziet. Er is ook onderzocht hoe vaak bepaalde woorden en afkortingen nou daadwerkelijk gebruikt zijn. Hieronder is een deel van deze resultaten te lezen.
In Karsdorps verzameling twitterteksten zijn de volgende resultaten gebleken:
Hele woord/ zin Frequentie Afkorting Frequentie
Lekker 6320 Lkr 12
Ik heb 5635 Kheb 130
What the fuck 30 Wtf 362
In de tabel is dus te zien dat er toch meestal hele woorden of zinnen gebruikt worden, dan afkortingen. ‘What the fuck’ is een uitzondering, er is te zien dat er meer ‘wtf’ gebruikt wordt, dan ‘what the fuck’. Dit komt waarschijnlijk doordat ‘what the fuck’ niet zo netjes is en ‘wtf’ minder erg klinkt.
Taal van jongeren in schrift
Mensen zijn erg goed in codeswitching (het overschakelen van taalgebruiken). Onderling zie je bijvoorbeeld dat jongeren onder elkaar heel anders praten dan tegen hun ouders, docenten of baas. Onderling gebruiken ze veel jongerentaal en taal die ze verder van andere jongeren hebben gehoord. Terwijl ze tegen hun ouders en andere volwassenen gewoon normaal Nederlands praten, wat netjes is en wat iedereen gebruikt. Dit lijkt in deze tijd veel heftiger gebruikt te worden dan vroeger, maar in werkelijkheid valt dit erg mee. Vroeger gebruikten onze ouders en hun vrienden ook gewoon anderen taal, de jongerentaal van toen. Alleen viel dit toen niet zo erg op, omdat ze zo alleen met hun vrienden in het echt praatten. Tegenwoordig maakt de jeugd veel gebruik van sociale media, waardoor het andere taalgebruik nu ook zichtbaar gemaakt wordt, door middel van berichten onderling, die volwassenen zo kunnen lezen. Verder wordt er ook op andere sociale netwerken zo gepraat, hierdoor wordt het ook beter zichtbaar voor de anderen. Op Facebook kan bijvoorbeeld iedereen zien wat je post en typt. Doordat iedereen nu kan zien wat voor taal de jongeren gebruiken, lijkt het alsof er een heftig verschil tussen vroeger en nu heeft plaatsgevonden, terwijl dat in werkelijkheid heel erg tegenvalt.
Wilbert Spooren, hoogleraar Taal en Communicatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam liet met een onderzoek zien dat er geen enkel verband is tussen het de mate waarin de leerlingen het taalgebruik gebruiken en de punten die ze voor hun spellingstoetsen scoren.
SMS en chat
We hebben natuurlijk de verschillende soorten sociale media en de invloed van de taal vergeleken. Daarbij kwamen we ook tot de conclusie dat er onderling in de soorten media daadwerkelijk een groot verschil is tussen het taalgebruik en de afkortingen. In chats en sms’jes worden vaak veel afkortingen gebruikt, ik zal enkele voorbeelden noemen. Het komt vaak voor dat in een privé chat of sms’je afkortingen als w88 (wachten), sgat (schat), egt (echt), wff (wacht even), faka (hoe gaat het), hoest (hoe is het), etc. gebruikt worden. Er is dus een verschil tussen de berichtjes die op Twitter of Facebook geplaatst worden en tussen de berichtjes die jongeren onderling naar elkaar sturen. Hier is een goeie verklaring voor. De afkortingen en dus het minder nette taalgebruik, wordt vooral naar vrienden gestuurd. Dit is logisch, aangezien de meeste van de jongeren elkaar begrijpen in dit taalgebruik. Als je een bericht op Twitter of op Facebook post, is het aantal lezers in verhouding heel groot. Als er een bericht geliket wordt, zien personen die je niet eens volgen toch dit bericht. Er is dus meer druk om het bericht netjes te schrijven, omdat het aantal lezers in verhouding erg groot is. Er zijn ook mensen (vooral ouderen) die de afkortingen ook helemaal niet begrijpen.
Mediageletterdheid
Allereerst zullen we uitleggen wat sociale mediageletterdheid nou precies inhoudt. Sociale mediageletterdheid betekent het maximaliseren van alle voorden van sociale media en het minimaliseren van de nadelen ervan. Door media sociale geletterdheid is het nog interessanter hoe volwassenen en zeker ook jongeren omgaan met sociale media.
Voordelen maximaliseren en nadelen maximaliseren:
Zoals al een paar keer eerder is verteld, bieden de verschillende soorten sociale media jongeren en volwassenen heel wat extra mogelijkheden, zoals makkelijk contact houden met vrienden en kennissen die je normaalgesproken niet zo vaak ziet. Ook kun je veel makkelijker informatie tot je beschikking krijgen door internet en andere soorten sociale media. Maar het is niet allemaal zo rooskleurig op het gebied van sociale media, er zitten natuurlijk ook veel nadelen aan, zoals internetpesten en het uitlekken van informatie dat nog niet bekend had mogen worden. De bedoeling van sociale media geletterdheid is om sociale media heel positief naar buiten te laten komen en de nadelen niet te benadrukken.
Onder mediageletterdheid valt ook dat mensen om kunnen gaan met negatieve gevolgen van sociale media, want die zijn er natuurlijk ook. Mensen moeten leren en weten hoe ze zich kunnen ‘beschermen’ tegen sociale media, zoals hun privacy instellingen goed instellen zodat ze niet of nauwelijks gehackt kunnen worden of er informatie lekt wat helemaal niet de bedoeling is. Dit is natuurlijk ook helemaal niet de bedoeling. Als mensen veel weten over de media en de privacy en andere nadelen van de media, zijn ze hier een stuk alerter op en vormen dit minder problemen.
Hoe heeft sociale media invloed op de onzekerheid van jongeren?
Sociale media kan het zelfbeeld van jongeren beïnvloeden. Jongeren die veel actief zijn op sociale media, zijn meer met hun uiterlijk bezig. De aandacht en complimentjes die ze krijgen, draagt bij aan hun zelfvertrouwen. Vaak is dat positief, maar dat is niet altijd het geval.
Wat je van jezelf kunt laten zien
Het uiterlijk is natuurlijk heel belangrijk op sociale media, omdat dat nu eenmaal is hoe je je presenteert. Online ben je wat je van jezelf kunt laten zien. Letterlijk: in beeld. En zo kunnen jongeren elkaar ook beoordelen: door te reageren op uiterlijke dingen. Hier kan ook misbruik van gemaakt worden. Er kunnen nepprofielen aangemaakt worden waarop je foto’s van andere mensen plaatst. Je doet je als iemand anders voor. Zo iemand noem je een ‘catfish’. Dit komt vaak voor bij datingsites of andere sites waar jongeren en volwassenen in contact kunnen komen. Ze zijn vaak onzeker over zichzelf en gaan zich dan anders voor doen dan dat ze zijn. Ze doen zich voor als een persoon die ze knapper vinden dan zichzelf. Dit is natuurlijk ook een groot gevaar van social media. Meisjes die onzeker zijnen in contact komen met jongens via social media, zijn waarschijnlijk sneller geneigd om naaktfoto’s of video’s van zichzelf te sturen. Die kunnen verspreid worden op internet. Ook kan deze jongen een oudere man zijn, een pedofiel.
Van steeds naar jezelf kijken, word je onzeker
Jongeren die erg bezig zijn met hun uiterlijk, worden daar niet per se blij van. Integendeel: jongeren die veel op sociale media actief zijn, kunnen een sterke behoefte hebben om iets aan het lichaam te willen veranderen. Jongeren kijken bijvoorbeeld graag beauty vlogs, waar meisjes / jonge vrouwen vertellen hoe je je kunt opmaken en met welke producten. Daarna kunnen pubers daar zelf mee aan de slag, om te kijken of ze het zelf ook kunnen. Maar zo kan ook de wens ontstaan om iets te veranderen aan het lichaam doormiddel van cosmetische chirurgie. Dit geldt ook voor jongens: hoe meer zij op sociale media zitten, hoe groter de kans dat ze ontevreden zijn over hun eigen lichaam.
Bronnenlijst
http://socialmediasucces.nl/social-media-informatie/
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/112842-invloed-van-de-media-op-de-jeugd.html
https://pc-en-internet.infonu.nl/diversen/167083-de-invloed-van-internet-op-je-hersenen.html
https://www.onsbrabantnet.nl/blog/nieuws/artikelen/Welke-social-media-zijn-er/
https://www.schrijvenonline.org/nieuws/verandert-de-taal-sneller-door-internet-en-sociale-media
http://nederl.blogspot.nl/2014/01/4-redenen-waarom-de-taal-niet-door-de.html
http://www.taalcanon.nl/vragen/veranderen-nieuwe-media-de-taal/
http://cxo.nl/big-data/80001-4-veranderingen-van-de-business-door-sociale-media/
https://mediawijs.be/dossiers/dossier-wat-mediawijs/wat-sociale-mediageletterdheid#toc4
https://webcache.googleusercontent.com/search?q=cache:AU05an9mNkkJ:https://www.nrc.nl/nieuws/2015/11/20/helft-jongeren-ervaart-negatieve-invloed-sociale-media-a1405590+&cd=2&hl=nl&ct=clnk&gl=nl
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/112842-invloed-van-de-media-op-de-jeugd.html
https://www.opvoeden.nl/mediaopvoeding/invloed-van-social-media-op-zelfbeeld-tieners/
Maak jouw eigen website met JouwWeb